Babbelaars
Zeeuwse recepten
Culinaire verrassingen uit Zeeland
Zeeland is een rijke voorraadkast als het om eten gaat. Dat kan ook bijna niet anders met zoveel streekproducten, traditionele gerechten én Michelinsterren. De zilte zaligheden komen bijna rechtstreeks uit de zee, op je bord. Verser kan niet. Maar behalve producten uit de zee zijn hier ook andere heerlijke streekproducten. Zo smaakt Zeeland overvloedig. Mooi.
Fruits de mer
Zet je smaakpapillen maar op scherp, want in Zeeland geniet je van verse zeevruchten. Wat dacht je van mosselen, het zwarte goud van Zeeland? Of de onvergetelijke oesters? Ook de Oosterscheldekreeft wil je geproefd hebben als je in Zeeland bent. Een bezoek aan één van de Zeeuwse vissersdorpen is écht een aanrader. In bijvoorbeeld Yerseke, Bruinisse, Colijnsplaat en Breskens kun je bijna niet om de visrestaurants heen. Wil je meer weten over de bekendste Zeeuwse zeevruchten? Hieronder lichten we er een aantal voor je uit én laten we je kennismaken met andere streekproducten.
Oosterscheldekreeft
De Oosterscheldekreeft heeft deze eervolle bijnaam te danken aan zijn unieke smaak. Als er één product uit onze provincie Zeeuws DNA heeft dan is dat de Oosterscheldekreeft. Deze kreeft smaakt anders, zachter, dan de gemiddelde Europese kreeft. De Oosterscheldekreeft is hoogstwaarschijnlijk ooit als larfje naar de Oosterschelde gespoeld en heeft zich daar voortgeplant. Waarom deze kreeft dan anders is dan andere kreeften? Door verlaagde zoutgehaltes en de lage temperatuur die het water in de winter had, moest de kreeftenpopulatie opgebouwd worden vanuit een paar hele sterke kreeften die alles overleefd hadden. Zo kreeg de Oosterschelde zijn eigen kreeft.
De Oosterscheldekreeft wordt tussen 1 april en 15 juli duurzaam gevangen en alleen de mannetjes van een jaar of zeven à acht mogen worden geserveerd. Zo smaakt Zeeland kraakvers. Mooi.
Mosselen
Zeg je Zeeland dan denk je toch meteen aan mosselen? Heerlijk, dampende mosselen, puur natuur. Even kort koken met wat fijn gesnipperde ui en peterselie een lepeltje roomboter erin en smullen maar. Een goed glas witte wijn of een fris streekbiertje erbij. Een kleurrijk plaatje, zo’n mosselpan boordevol witte en oranje mosselen en het groen van prei en selderie. Lekker én gezond! Benieuwd hoe je makkelijk zelf mosselen kunt bereiden?
Oesters
Eet je een oester, dan proef je de zee. Vers uit het zuivere water van de Oosterschelde zijn ze op zijn best. Je hebt hier keuze uit twee soorten: de Zeeuwse wilde Japanse oester (creuse) en de Zeeuwse platte oester. Wilde oesters kunnen zowel rauw als gegrild gegeten worden. Zeeuwse platte oesters hebben van nature zo'n verfijnde smaak dat het zonde is om ze onder de gril te leggen. Daarom worden ze vrijwel altijd rauw gegeten. Koel geserveerd met wat peper en een drupje citroensap zijn ze een ware delicatesse! Zelf rapen kan ook, maar vraag locals naar de beste plekken. Iedereen mag per etmaal maximaal 10 kilo schelpdieren voor eigen consumptie verzamelen.
Zeekraal
Op de grens tussen land en water groeit zeekraal en lamsoor. Zeegroenten als lamsoren en zeekraal worden amper nog in het wild gesneden, maar volop gekweekt. Zeekraal ziet eruit als een soort cactus zonder stekels. Het neemt actief zout op waardoor het zijn typische zilte smaak krijgt. Zeekraal heeft zoet regenwater nodig om te ontkiemen. Veel regen in het vroege voorjaar, betekent een goede oogst vanaf half mei tot half september.
Lamsoren
Lamsoor, of eigenlijk zeeaster, lijkt met zijn langwerpige bladeren qua vorm op veldsla. De structuur is stevig, maar niet taai. De plant komt uit de Westerschelde en moet jong geplukt worden. Ze groeien, net als zeekraal, aan schorren en zandplaten aan de zee. Van half maart tot eind juli wordt het geoogst.
De Zeeuwse bolus
Het Zeeuwse gebak dat je niet mag overslaan: de bolus, ofwel jikkemiene, stropiedroaier, koekedraoiomme of drolle. Een bolus wordt gemaakt van witbrooddeeg. Dat wordt tot een lange streng uitgerold in bruine suiker. Vervolgens wordt de streng tot een platte schijf gedraaid en die gaat de oven in. Vrijwel elke bakker in Zeeland heeft bolussen. Bekijk hoe je zelf de lekkerste bolussen kunt bakken!
Boterbabbelaar
Bij een kopje koffie of thee kreeg je vroeger een Zeeuwse boterbabbelaar (of sukerspek). De Babbelaar dankt zijn naam aan het feit dat men lang over het snoepje deed. Doordat je langer bleef zitten, bleef je langer praten, babbelen. Boter, suiker, glucosestroop, azijn en water zijn de hoofdingrediënten van de babbelaar. Op braderieën en folkloristische dagen worden babbelaars gemaakt. Ook vind je ze in veel souvenirwinkels. Maak ze zelf!
