De Varreput aan de Balie, vlak bij de Dikke Toren, is gegraven om de stoffen te spoelen. De weefsels werden vervolgens in de straten in de omgeving uitgespannen om te drogen op ‘ramen’. De naam Raamstraat herinnert daar nog aan.

De lakennijverheid werd behalve door het privilege van 1305  beschermd door een invoerverbod van vreemde lakens. Er werd een uitzondering gemaakt voor doorvoer naar Noorwegen, Pruisen en elders, mits de stof in Zierikzee geverfd, geschoren of gerekt mocht worden. De lakennijverheid bloeide vooral in deze omgeving van de stad. De Varreput is het laatste restant hiervan. In het water 
werd de laken gespoeld en in de nabijgelegen Raamstraat stonden de lakenramen 
opgesteld.

Later kreeg de Varreput de functie van brandput, waterreservoir en drenkplaats voor paarden en vee.